Als de grond in de tuin zwaar van structuur is, dan is het belangrijk de grond blijvend losser en luchtiger te krijgen en te houden. Iedere plant heeft een bepaalde hoeveelheid lucht nodig ondergronds en een grond die meer lucht bevat is voor alle planten eenvoudiger te bewortelen. Als een plant een groter wortelgestel kan maken, dan zal de plant zich beter kunnen ontwikkelen bovengronds en ook bij bijvoorbeeld warmere periodes een beter watertransport ter beschikking hebben.
Wat zijn zwaardere gronden?
Een zwaardere grond is bijvoorbeeld een kleigrond, maar ook grond waarbij men merkt dat het lastig of zwaar is om een schep goed in de grond te kunnen zetten. Als aanwezige grond aan de schep blijft plakken is dat ook een kenmerk van zwaardere grond, net als het in de zomer zien van scheuren in de toplaag of dat er na hevige regenval water op blijft staan.
In zwaardere gronden is vaak te zien dat planten in verhouding een klein wortelgestel hebben. Puur omdat de plant problemen had om in de zwaardere grond zich ondergronds goed te kunnen ontwikkelen.
Zwaardere gronden op een zonnige standplaats verbeteren
Als er op een zonnige standplaats zwaardere grond aanwezig is, dan is het raadzaam die grond te optimaliseren. De meest eenvoudige wijze is om de aanwezige grond (pleksgewijs) te gaan vermengen met grof zand. Grof zand is Brekerzand of Metselzand.
Op de plek waar de verbetering gaat plaatsvinden, 3 á 5 cm grof zand opbrengen en dat 1,5 steek diep goed doorspitten. Doorspitten en vermengen doet u tot het zand niet meer zichtbaar is.
Na deze voorbereiding kan gelijk op deze plek na het spitten en vermengen de aanplant beginnen. Graaf dan een gat 1,5 keer breder dan de pot of kluit en zet de plant erin. Weer dichtgooien met de vermengde grond en licht, maar stevig aandrukken. Op hele zonnige, tochtige en winderige locaties en op plekken dat er na aanplant grond zichtbaar blijft, is het aan te raden een strooilaag aan te brengen na de aanplant.
Een strooilaag gaat de extra verdamping van de grond door wind en toch tegen. Een strooilaag kan bestaan uit boomschors, cacaodoppen of een hoogwaardige potgrond.
Hoe aan te planten?
Zorg bij het aanplanten van planten dat de losse grond rondom de potkluit voldoende contact krijgt met de potkluit. Niet aanstampen of met de voet alles aandrukken, maar zorg ervoor dat de grond zijn luchtige karakter gaat behouden. Na het aandrukken van de planten een keer goed water geven.
Het losmaken van potkluitjes is in de meeste gevallen niet aan te raden. Zodra men dat wel gaat losmaken, zorgt dat vaak voor wortelschade en heeft de plant problemen met de opname van water.
Gaat u grotere planten aanplanten, dan is het handig om de plant alvast uit de pot te halen en de lege pot te gebruiken om te testen of het gegraven plantgat diep en breed genoeg is.
Zwaardere gronden op een schaduwrijke standplaats
In iedere tuin vinden we wel een hoekje of zone met schaduw. Planten die geschikt zijn voor de aanplant in deze zones komen van oorsprong uit de luwte en zones van bosranden. Op die natuurlijke plekken is een luchtige bladrijke en organische toplaag aanwezig. Meestal zien we dat de schaduwrijke zones in tuinen niet deze grond bevatten. De grond die op de zonnige gedeeltes aanwezig is ligt vaak overal. Dat is dan gelijk de grootste oorzaak waarom planten het in de schaduw niet willen doen. Als we dit probleem dus grondig aanpakken, ontstaan er veel meer aanplantmogelijkheden van deze zones. Op de plek waar de verbetering gaat plaatsvinden, 3 á 5 cm grof zand opbrengen en dat 1,5 steek diep goed doorspitten. Doorspitten en vermengen doet u tot het zand niet meer zichtbaar is. Na deze behandeling mag u ook extra tuincompost toevoegen of extra potgrond als de grond erg zanderig is of te weinig vocht vasthoudt. Om deze zones optimaal te houden voor de schaduwplanten is het aan te raden dat u ieder jaar een strooilaag aanbrengt, die bestaat uit afgevallen blad, potgrond en eventueel aanwezig tuincompost. Ook grond uit potten en bakken mag u over deze zone strooien en daar dus hergebruiken. U kunt ook het beste na iedere aanplant de toplaag voorzien van een laagje potgrond van 2 cm. Op deze wijze imiteert u wat er in het bos gebeurt. Er komt steeds een vers luchtig laagje groeizame toplaag bij en daar worden alle schaduwminnende planten gelukkig van.